top of page

Wanneer Kan ADHD Worden Vastgesteld? Een Uitleg voor Ouders

Deel 1: Specifieke Voorbeelden en Casussen

Laten we beginnen met concrete voorbeelden. Stel, een achtjarige jongen, Lars, heeft moeite om stil te zitten tijdens de les. Hij onderbreekt constant zijn docent en zijn huiswerk is vaak onvolledig, ondanks zijn intelligentie. Hij verliest voortdurend zijn spullen en is impulsief in zijn gedrag. Dit zijn duidelijke signalen, maar zijn ze voldoende voor een ADHD-diagnose? Nee, niet op zichzelf. We moeten dieper graven.

Een ander voorbeeld: Anna, een 25-jarige vrouw, worstelt met haar carrière. Ze begint aan projecten met veel enthousiasme, maar raakt snel afgeleid en heeft moeite om taken af te ronden. Ze heeft problemen met haar concentratie en ervaart een constante innerlijke onrust. Haar relaties lijden eronder door haar impulsiviteit en moeite met planning. Ook hier zien we potentiële aanwijzingen, maar een diagnose vereist een grondig onderzoek.

Ten slotte, considereren we de situatie van meneer Jansen, een 50-jarige man, die altijd al chaotisch is geweest. Zijn werkgever klaagt over zijn gebrek aan organisatie en zijn onvermogen om deadlines te halen. Hij ervaart moeite met focus en heeft last van hyperactiviteit, uitgedrukt in rusteloosheid en een voortdurende behoefte aan stimulatie. Zijn klachten zijn al jarenlang aanwezig, maar pas nu zoekt hij hulp.

Deze drie casussen illustreren de diversiteit aan presentaties van ADHD, ongeacht leeftijd en context. Ze laten zien dat symptomen zich op verschillende manieren kunnen manifesteren en dat een nauwkeurige diagnose essentieel is.

Deel 2: Symptomen op Leeftijd

Kinderen (tot 12 jaar)

  • Aandachtsproblemen: Moeite met focussen, snel afgeleid, moeite met luisteren, slordigheid, vergeetachtigheid.
  • Hyperactiviteit: Onrustig gedrag, veel bewegen, voortdurend in de weer, moeite met stilzitten.
  • Impulsiviteit: Onderbreken van anderen, impulsieve beslissingen, moeite met wachten.

Bij kinderen is het belangrijk om te onderscheiden tussen normale kinderlijke onrust en de meer ernstige en aanhoudende symptomen van ADHD. Gedragsproblemen kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals leerproblemen of angststoornissen.

Adolescenten (12-18 jaar)

  • Aandachtsproblemen: Moeite met schoolwerk, moeite met organiseren, procrastinatie.
  • Hyperactiviteit: Rusteloosheid, moeite met stilzitten, excessief praten.
  • Impulsiviteit: Risicovol gedrag, woedeaanvallen, moeite met sociale interacties.

In de adolescentie kunnen de symptomen veranderen. Hyperactiviteit kan zich uiten in innerlijke onrust in plaats van overmatige beweeglijkheid. De impulsiviteit kan leiden tot riskant gedrag, zoals drugsgebruik of onveilige seks.

Volwassenen (18+ jaar)

  • Aandachtsproblemen: Moeite met concentreren op het werk, moeite met organiseren, vergeetachtigheid, moeite met het voltooien van taken.
  • Hyperactiviteit: Innerlijke onrust, rusteloosheid, moeite met ontspannen.
  • Impulsiviteit: Impulsieve aankopen, woedeaanvallen, problemen met relaties.

Bij volwassenen is het vaak moeilijker om ADHD te diagnosticeren, omdat de symptomen subtieler kunnen zijn en verward kunnen worden met andere aandoeningen. De focus ligt vaak op de impact van de symptomen op het dagelijks leven.

Deel 3: De Diagnostische Process

De diagnose ADHD wordt gesteld door een psychiater of klinisch psycholoog. Het proces omvat:

  1. Intakegesprek: Een uitgebreid gesprek over de klachten, de ontwikkelingsgeschiedenis, en de huidige situatie.
  2. Psychologisch onderzoek: Tests om de cognitieve functies, zoals aandacht en executieve functies, te beoordelen.
  3. Observatie: Observatie van het gedrag in verschillende settings, bijvoorbeeld op school of op het werk.
  4. Gesprekken met betrokkenen: Gesprekken met ouders, partners, leraren, of collega's om een completer beeld te krijgen.
  5. Uitsluiten van andere aandoeningen: Het is belangrijk om andere aandoeningen uit te sluiten die vergelijkbare symptomen kunnen veroorzaken, zoals angststoornissen, depressie, of leerstoornissen.

De diagnose wordt gesteld op basis van de DSM-5 criteria. Het is belangrijk dat de symptomen al voor het 12e levensjaar aanwezig waren en dat ze significant interfereren met het functioneren op meerdere levensgebieden.

Deel 4: Differentiatie en Comorbiditeit

ADHD kan samengaan met andere aandoeningen, zoals:

  • Angststoornissen: Mensen met ADHD hebben een verhoogd risico op angststoornissen.
  • Depressie: ADHD kan leiden tot depressie, of andersom.
  • Leerstoornissen: ADHD kan samengaan met leerstoornissen, zoals dyslexie of dyscalculie.
  • Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD): Een stoornis gekenmerkt door een patroon van negatief, vijandig en uitdagend gedrag.
  • Gedragsstoornis (CD): Een ernstigere stoornis dan ODD, waarbij sprake is van agressie, vandalisme en regelovertredend gedrag.

Het is cruciaal om deze comorbiditeiten te herkennen en te behandelen, omdat ze de symptomen van ADHD kunnen verergeren en de behandeling kunnen bemoeilijken.

Deel 5: Behandeling en Conclusie

De behandeling van ADHD omvat vaak een combinatie van medicatie en psychotherapie. Medicatie kan helpen om de symptomen te verminderen, terwijl psychotherapie gericht is op het aanleren van copingmechanismen en vaardigheden om beter met de dagelijkse uitdagingen om te gaan.

De diagnose ADHD is geen doodvonnis. Met de juiste behandeling kunnen mensen met ADHD een volwaardig en succesvol leven leiden. Het is belangrijk om een goede samenwerking te hebben met een behandelaar en om een behandeling te vinden die aansluit bij de individuele behoeften. Vroegtijdige diagnose en interventie zijn cruciaal voor een positieve uitkomst.

Deze tekst biedt een uitgebreid overzicht van ADHD, van specifieke voorbeelden tot algemene principes. Het benadrukt de complexiteit van de diagnose en de noodzaak van een holistische benadering van behandeling. Door de verschillende leeftijdsgroepen en mogelijke comorbiditeiten te beschrijven, is het doel om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen en misvattingen te voorkomen.

Labels:

Gerelateerde artikelen:

bottom of page