Welke diagnoses kan een psycholoog stellen? Een compleet overzicht
Een bezoek aan een psycholoog kan verschillende redenen hebben. Vaak is het de zoektocht naar begrip van eigen gedrag, emoties of gedachten, of de aanpak van specifieke problemen. Een belangrijk onderdeel van dit proces is vaak het stellen van een diagnose. Dit is geen label, maar een systematische beschrijving van de gepresenteerde problematiek, gebaseerd op observaties, gesprekken en eventuele tests. Het doel is niet om iemand in een hokje te plaatsen, maar om een behandelplan op maat te kunnen opstellen. Dit artikel biedt een overzicht van verschillende soorten diagnoses die een psycholoog kan stellen, van specifieke stoornissen tot bredere classificaties, waarbij we de nuances en complexiteiten van elke diagnose benadrukken. We beginnen met concrete voorbeelden en werken toe naar de meer algemene classificaties.
Concrete Voorbeelden: Van Specifieke Symptomen naar Diagnose
Laten we beginnen met enkele concrete voorbeelden om de complexiteit van diagnoses te illustreren. Stel, iemand ervaart intense angst voor sociale situaties, vermijdt deze zoveel mogelijk, en lijdt hier significant onder. Dit kan wijzen op eensociale angststoornis (SAD). Maar is het echt SAD, of zijn er andere factoren in het spel? Misschien is er sprake van een onderliggende depressie, of trauma, dat de sociale angst versterkt. De psycholoog zal een grondig onderzoek uitvoeren om dit te achterhalen. Dit onderzoek omvat:
- Gedetailleerde anamnese: Een uitgebreid gesprek over de geschiedenis van de klachten, inclusief familiegeschiedenis, levenservaringen en huidige leefsituatie.
- Observatie: De psycholoog observeert het gedrag en de interacties van de cliënt tijdens de sessies.
- Psychologische tests: Afhankelijk van de vermoedelijke diagnose kunnen verschillende tests worden ingezet, zoals vragenlijsten over angst, stemming, persoonlijkheid, of cognitieve functies.
Een ander voorbeeld: iemand die last heeft van terugkerende, ongewenste gedachten (obsessies) en dwingende handelingen (compulsies) om deze gedachten te neutraliseren, kan eenobsessieve-compulsieve stoornis (OCD) hebben. Maar ook hier is differentiaaldiagnostiek essentieel. Zijn de compulsies een reactie op angst, of is er sprake van een andere onderliggende oorzaak? De psycholoog moet alle mogelijke verklaringen overwegen en uitsluiten alvorens tot een diagnose te komen.
Een derde voorbeeld: Iemand die gedurende twee weken aanhoudende somberheid, verlies van interesse, slaapproblemen en concentratiestoornissen ervaart, kan de diagnosedepressieve stoornis krijgen. Maar wat is de oorzaak van de depressie? Is het een reactie op een specifieke gebeurtenis (reactieve depressie), of is er sprake van een biologische kwetsbaarheid?
Differentiële Diagnostiek: Het Uitsluiten van Andere Mogelijkheden
De voorbeelden laten zien dat het stellen van een diagnose een complex proces is dat meer omvat dan het enkel afvinken van symptomen.Differentiële diagnostiek is cruciaal: het systematisch vergelijken van de symptomen met verschillende mogelijke diagnoses om de meest waarschijnlijke te identificeren en andere mogelijkheden uit te sluiten. Dit vereist een grondige kennis van psychopathologie en een scherp observatievermogen.
Classificatiesystemen: DSM-5 en ICD-11
Psychologen gebruiken classificatiesystemen om diagnoses te ordenen en te beschrijven. De meest gebruikte systemen zijn deDiagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) en deInternational Classification of Diseases (ICD-11). Deze handboeken beschrijven criteria voor verschillende psychische stoornissen, maar het is belangrijk te onthouden dat ze geen rigide regels zijn. De diagnose is altijd een interpretatie van de individuele situatie van de cliënt.
De DSM-5 en ICD-11 gebruiken eencategorische benadering, wat betekent dat een persoon wel of geen stoornis heeft. Er is echter ook een toenemende aandacht voor eendimensionale benadering, waarbij de ernst van de symptomen wordt beoordeeld op een continuüm. Deze dimensionale benadering is vooral nuttig bij het beschrijven van persoonlijkheidsstoornissen, waar de grens tussen 'normaal' en 'pathologisch' vaak vaag is.
Verschillen tussen DSM-5 en ICD-11
Hoewel beide systemen vergelijkbare diagnoses bevatten, zijn er ook verschillen in classificatie en criteria. Deze verschillen kunnen leiden tot verschillende diagnoses voor dezelfde cliënt, afhankelijk van welk systeem de psycholoog gebruikt. De psycholoog zal zijn keuze voor een bepaald systeem motiveren en de implicaties van de keuze voor de cliënt verduidelijken.
Verschillende Soorten Diagnoses: Een Breder Overzicht
Naast de specifieke stoornissen zoals hierboven beschreven, zijn er bredere categorieën van diagnoses die een psycholoog kan gebruiken. Dit omvat:
- Stemmingsstoornissen: Omvatten depressieve stoornissen, bipolaire stoornissen en cyclothyme stoornissen. Deze diagnoses focussen op verstoringen in de stemming, zoals aanhoudende somberheid of extreme stemmingswisselingen.
- Angststoornissen: Omvatten sociale angststoornis, paniekstoornis, gegeneraliseerde angststoornis, specifieke fobieën en posttraumatische stressstoornis (PTSS). Deze diagnoses focussen op overmatige angst en vermijdingsgedrag.
- Persoonlijkheidsstoornissen: Beschrijven duurzame patronen van denken, voelen en gedrag die afwijken van de norm en leiden tot significante problemen in het functioneren. Voorbeelden zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis, borderline persoonlijkheidsstoornis en narcistische persoonlijkheidsstoornis.
- Psychotische stoornissen: Omvatten schizofrenie en schizoaffectieve stoornis. Deze diagnoses kenmerken zich door wanen, hallucinaties en andere verstoringen van de realiteit.
- Eetstoornissen: Omvatten anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetbuistoornis. Deze diagnoses focussen op verstoringen in het eetgedrag en de lichaamsbeleving.
- Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen: Omvat PTSS, maar ook acute stressstoornis en aanpassingsstoornis. Deze diagnoses richten zich op de gevolgen van traumatische ervaringen.
- Neurocognitieve stoornissen: Omvatten dementie en andere cognitieve stoornissen, zoals geheugenverlies en problemen met het denken. Vaak zijn deze diagnoses gerelateerd aan hersenbeschadiging of neurologische aandoeningen.
- Slaapstoornissen: Omvatten insomnia, hypersomnia, en andere slaapgerelateerde problemen.
Het Belang van Context en Individuele Verschillen
Het is essentieel om te benadrukken dat een diagnose slechts een onderdeel is van het proces. De context van de symptomen, de individuele geschiedenis en de persoonlijke beleving van de cliënt zijn net zo belangrijk. Een diagnose is geen statisch label, maar een dynamisch onderdeel van een voortdurend proces van evaluatie en aanpassing. De behandeling is altijd individueel afgestemd op de specifieke behoeften en omstandigheden van de persoon.
Diagnoses kunnen evolueren in de tijd, en wat vandaag de dag een bepaalde diagnose is, kan morgen anders zijn. De samenwerking tussen cliënt en psycholoog, gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen, is cruciaal voor een succesvolle behandeling, ongeacht de diagnose.
Dit artikel biedt een overzicht en kan niet alle nuances en complexiteiten van diagnostiek in de psychologie dekken. Voor specifieke vragen of zorgen is het altijd raadzaam om contact op te nemen met een gekwalificeerde psycholoog.
Labels: #Psycholoog