top of page

Psychose: Antwoorden op 33 veelgestelde vragen

Deel 1: De concrete realiteit van psychose – persoonlijke ervaringen

Vraag 1-5: Hallucinaties – Wat, hoe en waarom?

Laten we beginnen met de meest opvallende symptomen: hallucinaties․ Deze kunnen zich voordoen in verschillende zintuigen: auditief (stemmen horen), visueel (dingen zien die er niet zijn), tactiel (gevoelens ervaren zonder externe stimulus), olfactorisch (geuren waarnemen die er niet zijn) en gustatorisch (smaken proeven die er niet zijn)․ De intensiteit en aard van deze hallucinaties variëren enorm van persoon tot persoon․ Sommige ervaren subtiele, moeilijk te onderscheiden waarnemingen, terwijl anderen overspoeld worden door levendige, angstaanjagende hallucinaties․ Deze ervaringen zijn vaak zeer realistisch en moeilijk te onderscheiden van de werkelijkheid, wat leidt tot verwarring en angst․ De oorzaak van hallucinaties is complex en niet volledig begrepen, maar wordt vaak in verband gebracht met een verstoring in de hersenenwerking, met name in de gebieden die verantwoordelijk zijn voor het verwerken van zintuiglijke informatie․

Vraag 6-10: Wanen – De verstoorde overtuiging․

Naast hallucinaties, kenmerkt psychose zich vaak door wanen․ Dit zijn vaste, onjuiste overtuigingen die niet door feiten of logica te weerleggen zijn․ Voorbeelden zijn achtervolgingswanen (het gevoel dat men achtervolgd wordt), grootheidswanen (een overdreven gevoel van eigen belangrijkheid), referentiële wanen (de overtuiging dat toevallige gebeurtenissen een speciale betekenis hebben), schuldwanen en nihilistische wanen (de overtuiging dat de wereld of het eigen bestaan geen waarde heeft)․ Deze wanen kunnen leiden tot paranoia, angst en sociaal isolement․ De ontwikkeling van wanen wordt eveneens toegeschreven aan een disfunctioneren in de hersenen, specifiek in de gebieden die betrokken zijn bij het beoordelen van informatie en het vormen van overtuigingen․

Vraag 11-15: Negatieve symptomen – De afwezigheid van normaal gedrag․

Psychose gaat niet alleen gepaard met positieve symptomen (hallucinaties en wanen), maar ook met negatieve symptomen․ Deze zijn gekenmerkt door een afname of verlies van normale functies․ Hieronder vallen apathie (gebrek aan motivatie en interesse), sociale terugtrekking, vlakke affect (gebrek aan emotionele expressie), spraakarmoede (minder spreken) en cognitieve stoornissen (problemen met aandacht, geheugen en executieve functies)․ Deze symptomen kunnen net zo invaliderend zijn als positieve symptomen en hebben een aanzienlijke impact op het dagelijks leven van de persoon․ De onderliggende mechanismen van negatieve symptomen zijn nog niet volledig begrepen, maar er wordt verondersteld dat ze verband houden met een disfunctie in de dopaminerge en glutamaterge neurotransmittersystemen․

Deel 2: De oorzaken van psychose – een complex web van factoren

Vraag 16-20: Genetische aanleg – Is psychose erfelijk?

Erfelijkheid speelt een rol bij de kans op het ontwikkelen van psychose․ Onderzoek toont aan dat mensen met familieleden die psychose hebben, een verhoogd risico lopen․ Dit betekent echter niet dat psychose automatisch erfelijk is․ Genetische factoren verhogen de kwetsbaarheid, maar omgeving en andere factoren spelen eveneens een cruciale rol․ Er zijn veel genen betrokken, elk met een klein effect, wat het onderzoek complex maakt․ Het identificeren van specifieke genen die psychose veroorzaken, is een voortdurende uitdaging voor wetenschappers․

Vraag 21-25: Omgevingsfactoren – Stress, trauma en drugs․

Naast genetische predispositie, spelen omgevingsfactoren een belangrijke rol․ Stressvolle levensgebeurtenissen, zoals trauma's, verlies of misbruik, kunnen de kans op het ontwikkelen van psychose verhogen․ Ook drugsgebruik, met name cannabis en amfetaminen, wordt in verband gebracht met een verhoogd risico․ Deze stoffen kunnen de hersenen direct beïnvloeden en de kwetsbaarheid voor psychose vergroten, met name bij individuen met een genetische predispositie․ Een ongezonde levensstijl, met weinig slaap en slechte voeding, kan de hersenen extra belasten en de kans op psychose vergroten․

Vraag 26-30: Biologische factoren – De hersenen in detail․

Op biologisch niveau wordt psychose geassocieerd met een disbalans in de neurotransmitters in de hersenen, met name dopamine en glutamaat․ Afwijkingen in de structuur en functie van de hersenen, zoals een verminderd volume van de grijze stof in bepaalde hersengebieden, zijn eveneens waargenomen bij personen met psychose․ Hormonale veranderingen, zoals tijdens de zwangerschap of de puberteit, kunnen ook een rol spelen․ Infecties tijdens de zwangerschap of vroeg in de kindertijd worden eveneens genoemd als mogelijke risicofactoren․ Het is belangrijk te benadrukken dat het meestal een combinatie van factoren is die leidt tot het ontstaan van psychose․

Deel 3: Behandeling en herstel – Paden naar een beter leven

Vraag 31-33: Behandeling – Medicatie, therapie en ondersteuning․

De behandeling van psychose is multidisciplinair en richt zich op het verminderen van symptomen, het verbeteren van de kwaliteit van leven en het bevorderen van herstel․ Medicatie, meestal antipsychotica, speelt een belangrijke rol in het beheersen van positieve symptomen zoals hallucinaties en wanen․ Verschillende soorten antipsychotica zijn beschikbaar, elk met hun eigen bijwerkingen․ Psychotherapie, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT) en psycho-educatie, helpt bij het aanleren van copingmechanismen, het begrijpen van de aandoening en het verbeteren van sociale vaardigheden․ Sociale ondersteuning, door familie, vrienden en professionals, is essentieel voor herstel․ Een geïntegreerde aanpak, waarbij medicatie, therapie en sociale ondersteuning worden gecombineerd, levert de beste resultaten op․ Herstel is een proces, geen eindpunt․ Het is belangrijk om te benadrukken dat herstel mogelijk is, zelfs bij ernstige vormen van psychose․

Labels: #Psychose

Gerelateerde artikelen:

bottom of page