top of page

De Vrijheid volgens Marx, Freud en Fromm: Een Vergelijking

Deze essay verkent de complexe interactie tussen de maatschappijkritiek van Karl Marx, de psychoanalytische theorieën van Sigmund Freud en de synthese van Erich Fromm, met een focus op de concepten van vrijheid, maatschappij en de menselijke psyche. We beginnen met concrete voorbeelden en werken toe naar een breder, theoretisch kader.

Deel 1: Concrete Manifestaties van Onvrijheid

1.1 Het Fabrieksleven in de 19e Eeuw (Marx & Freud):

Stel je een arbeider voor in een 19e-eeuwse textielfabriek. Lange werkdagen, gevaarlijke omstandigheden, minimale lonen – dit is een concrete illustratie van de door Marx beschreven uitbuiting. De arbeider is vervreemd van het product van zijn arbeid, van het arbeidsproces zelf, en van zijn medemensen. Freud zou hierbij wijzen op de onderdrukking van basale menselijke behoeften en driften. De strenge discipline van de fabriek kan gezien worden als een vorm van repressie, die leidt tot neurotische symptomen en een gevoel van machteloosheid. De voldoening die de arbeider zou kunnen halen uit creatieve arbeid, wordt vervangen door een gevoel van monotone herhaling en uitputting.

1.2 De Moderne Consument (Fromm & Freud):

Springen we naar de 21e eeuw, dan zien we een andere vorm van onvrijheid. De moderne consument wordt overspoeld met reclame, die behoeften creëert die niet inherent zijn aan het menselijk bestaan. Freud zou dit linken aan de rol van het Es, de driften die door de maatschappij worden gekanaliseerd en gemanipuleerd. Fromm zou hierbij de concept van 'having' versus 'being' introduceren. De nadruk op bezit en consumptie verhindert de ontwikkeling van een authentiek 'zijn', een gevoel van zelfrealisatie en vrijheid. De angst om uitgesloten te worden van de consumptiemaatschappij leidt tot conformiteit en een afname van individuele autonomie.

1.3 Autoritaire Persoonlijkheden (Fromm & Marx):

Marx beschrijft hoe de heersende klasse haar macht handhaaft door ideologie en onderdrukking. Fromm voegt hieraan toe dat individuen vaak autoritaire persoonlijkheden ontwikkelen als een verdedigingsmechanisme tegen de angst en onzekerheid van het leven in een complexe maatschappij. Deze autoritaire persoonlijkheden zijn vatbaar voor fascistische ideologieën en zoeken naar autoriteit en controle, zowel over zichzelf als over anderen. Deze dynamiek, waar individuele angst wordt gemanipuleerd om maatschappelijke ongelijkheid in stand te houden, vormt een duidelijke link tussen de psychologische en socio-economische aspecten van onvrijheid.

Deel 2: De Theoretische Kader: Vrijheid, Maatschappij & de Psyche

2.1 Marx' Kritiek op het Kapitalisme:

Marx ziet de kapitalistische maatschappij als een systeem dat inherent onvrijheid creëert. De economische structuur, gebaseerd op privé-eigendom en de uitbuiting van arbeid, leidt tot klassenstrijd en sociale ongelijkheid. Vrijheid, voor Marx, is niet louter individuele autonomie, maar ook economische en sociale bevrijding. Het bereiken van ware vrijheid vereist de afschaffing van het kapitalisme en de oprichting van een communistische maatschappij gebaseerd op collectieve eigendom en sociale gelijkheid.

2.2 Freud's Psychoanalyse en de Onbewuste:

Freud's theorie benadrukt het belang van het onbewuste in het vormen van onze persoonlijkheid en ons gedrag. Onbewuste driften en conflicten beïnvloeden ons handelen, vaak zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Vrijheid, in Freudiaanse termen, impliceert het bewust worden van deze onbewuste drijfveren en het ontwikkelen van een gezonde balans tussen Es, Ich en Über-Ich. De maatschappij speelt een cruciale rol in de vorming van het Über-Ich, het geweten dat onze driften reguleert. Een repressief maatschappelijk systeem kan leiden tot neurotische symptomen en een beperking van de individuele vrijheid.

2.3 Fromm's Synthese:

Fromm integreert de inzichten van Marx en Freud in zijn eigen theorie. Hij bekritiseert zowel het kapitalisme als de psychoanalytische focus op individuele psychopathologie. Fromm benadrukt het belang van sociale en economische omstandigheden in de ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid. Hij pleit voor een humane maatschappij die de ontwikkeling van een 'being' oriëntatie bevordert, waarbij individuen hun potentieel kunnen realiseren en een gevoel van verbondenheid ervaren. Vrijheid, voor Fromm, is niet alleen afwezigheid van externe beperkingen, maar ook de mogelijkheid tot zelfrealisatie en sociale participatie. Dit vereist een verandering van zowel de maatschappelijke structuur als de individuele psyche.

Deel 3: Kritische Reflectie en Conclusie

De ideeën van Marx, Freud en Fromm bieden een complexe en nuancerende kijk op de relatie tussen vrijheid, maatschappij en de psychoanalyse. Hoewel hun analyses verschillen in focus en benadering, delen ze een gemeenschappelijke zorg over de beperkingen van de moderne maatschappij en de gevolgen daarvan voor de menselijke psyche. De vraag naar de mate waarin individuele vrijheid mogelijk is binnen een maatschappelijk systeem dat ongelijkheid en repressie in stand houdt, blijft een centraal thema. Hun werk blijft relevant voor het begrijpen van hedendaagse sociale en politieke uitdagingen en het streven naar een meer humane en rechtvaardige samenleving.

De integratie van psychoanalytische inzichten in sociologische en economische analyses biedt een dieper begrip van de complexe interacties tussen individuele en maatschappelijke factoren. Het is essentieel om zowel de economische structuren als de psychologische mechanismen te analyseren om een volledig beeld te krijgen van de uitdagingen die de realisatie van vrijheid in de weg staan. De kritiek op zowel het kapitalisme als op de beperkingen van individuele vrijheid, zoals gepresenteerd door Marx, Freud en Fromm, blijft een bron van inspiratie voor het nastreven van een meer rechtvaardige en bevrijdende samenleving.

Labels: #Freud

Gerelateerde artikelen:

bottom of page