top of page

Functieanalyse: De basis van effectieve cognitieve gedragstherapie

Inleiding: Het belang van begrijpen

Cognitieve Gedragstherapie (CGT) richt zich op het begrijpen en veranderen van disfunctionele gedachten, gevoelens en gedragingen. Een essentieel onderdeel van deze therapie is defunctieanalyse. Deze analyse is geen statisch proces, maar een dynamisch onderzoek dat voortdurend wordt bijgesteld en verfijnd naarmate meer informatie beschikbaar komt. Het doel is om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het probleemgedrag, inclusief de onderliggende mechanismen en de rol die het speelt in het leven van de cliënt. We zullen de functieanalyse stap voor stap uitleggen, rekening houdend met verschillende perspectieven en mogelijke valkuilen.

Stap 1: Specifieke Gedragingen Identificeren

Voordat we de functie van een gedrag kunnen analyseren, moeten we het gedrag zelf nauwkeurig definiëren. Dit vereist concreetheid en vermijdt vage termen. In plaats van "ik ben angstig," is het bijvoorbeeld nuttiger om te beschrijven: "Mijn hartslag versnelt, ik begin te zweten, en ik krijg moeite met ademhalen wanneer ik in een volle lift sta." Deze specifieke beschrijving maakt het mogelijk om het gedrag objectief te observeren en te meten. Het is belangrijk om verschillende contexten te overwegen; het gedrag kan anders tot uiting komen in verschillende situaties.

Een cliënt ervaart paniekaanvallen. In plaats van alleen te zeggen "ik krijg paniekaanvallen," beschrijft de cliënt specifieke symptomen zoals versnelde hartslag, duizeligheid, kortademigheid, en een gevoel van dreigend onheil, die optreden in specifieke situaties zoals drukke ruimtes of sociale interacties.

Stap 2: Antecedenten Bepalen: Wat gaat eraan vooraf?

De antecedenten zijn de gebeurtenissen, gedachten, gevoelens of situaties die aan het probleemgedrag voorafgaan. Het is cruciaal om deze antecedenten zo gedetailleerd mogelijk in kaart te brengen. Welke triggers zetten het probleemgedrag in gang? Zijn er specifieke plaatsen, personen, of tijdstippen die het gedrag uitlokken? Het begrijpen van de antecedenten is essentieel om te begrijpen *waarom* het gedrag optreedt.

De paniekaanvallen van de cliënt worden voorafgegaan door het gevoel in een drukke ruimte te zijn, het zien van een grote groep mensen, of het anticiperen op een sociale interactie. Deze antecedenten activeren angstgedachten en fysiologische reacties die leiden tot een paniekaanval.

Stap 3: Gedrag Beschrijven: Wat is het precieze gedrag?

Deze stap beschrijft het probleemgedrag zelf, zoals reeds aangegeven in stap 1. Het is belangrijk om het gedrag zo objectief en concreet mogelijk te beschrijven, zonder interpretatie. Welke acties onderneemt de cliënt? Hoe lang duurt het gedrag? Hoe vaak komt het voor? Welke intensiteit heeft het gedrag?

De cliënt vermijdt drukke ruimtes, sociale interacties en neemt vlucht zodra hij zich onveilig voelt. Deze vermijding is een specifiek gedrag dat de paniekaanvallen in stand houdt. De vermijding duurt gemiddeld 30 minuten en komt dagelijks voor.

Stap 4: Consequenties Analyseren: Wat zijn de gevolgen?

De consequenties zijn de gevolgen van het probleemgedrag. Deze consequenties kunnen positief of negatief zijn, bekrachtigend of straffend. Positieve bekrachtiging versterkt het gedrag, terwijl negatieve bekrachtiging het gedrag in stand houdt door het wegnemen van onaangename stimuli. Het onderscheid tussen positieve en negatieve bekrachtiging is cruciaal voor het begrijpen van de functie van het gedrag.

De vermijding van drukke ruimtes (gedrag) leidt tot een vermindering van angst (negatieve bekrachtiging), waardoor de vermijding in stand wordt gehouden. De cliënt ervaart kortstondig opluchting, maar op lange termijn beperkt dit zijn leven aanzienlijk.

Stap 5: De Functie van het Gedrag Bepalen

Door de antecedenten, het gedrag en de consequenties te analyseren, kunnen we de functie van het gedrag bepalen. Wat is het doel van het gedrag? Welke behoefte vervult het? Vaak is het doel van het gedrag om onaangename gevoelens te vermijden of positieve gevoelens te verkrijgen. Het is belangrijk om te begrijpen dat het gedrag niet willekeurig is, maar een functie heeft in het leven van de cliënt.

De functie van de vermijding is het reduceren van angst en het voorkomen van paniekaanvallen. De cliënt vermijdt situaties die angst oproepen om de onaangename gevoelens te ontlopen. Hoewel dit op korte termijn werkt, leidt het tot een beperking van zijn sociale leven en een vermindering van zijn levenskwaliteit.

Stap 6: Alternatieve Gedragingen Onderzoeken

Nadat de functie van het probleemgedrag is vastgesteld, kunnen alternatieve, meer adaptieve gedragingen worden onderzocht. Welke andere manieren zijn er om dezelfde behoefte te vervullen zonder de negatieve consequenties van het probleemgedrag? Dit vereist creativiteit en een open houding van zowel de therapeut als de cliënt. De alternatieve gedragingen moeten functioneel zijn en passen bij de levensstijl van de cliënt.

Voorbeeld:

In plaats van drukke ruimtes te vermijden, kan de cliënt geleidelijke blootstelling aan deze situaties overwegen, gecombineerd met ontspanningsoefeningen. Dit biedt een alternatief om met angst om te gaan, zonder de beperkingen van vermijding.

Stap 7: Evaluatie en Aanpassing

De functieanalyse is geen statisch proces. Het is belangrijk om de effectiviteit van de interventies regelmatig te evalueren en de analyse aan te passen indien nodig. Dit is een iteratief proces waarbij de therapeut en de cliënt samenwerken om de beste strategie te vinden om het probleemgedrag te veranderen. Het is cruciaal om de voortgang te monitoren en de analyse bij te stellen op basis van nieuwe informatie en ervaringen.

Kritische Evaluatie en Mogelijke Valkuilen

Bij het uitvoeren van een functieanalyse is het belangrijk om kritisch te blijven en potentiële valkuilen te vermijden. Een te simpele interpretatie van de functie kan leiden tot ineffectieve interventies. De complexiteit van menselijk gedrag vereist een grondige analyse en een holistische benadering. Het is belangrijk om rekening te houden met de context, de individuele verschillen en de interactie tussen verschillende factoren.

Conclusie: Een Dynamisch Proces

De functieanalyse is een essentieel instrument in de CGT. Het is een dynamisch proces dat vereist dat zowel de therapeut als de cliënt actief betrokken zijn. Door de functie van het probleemgedrag te begrijpen, kunnen effectieve interventies worden ontwikkeld die leiden tot een verbetering van de levenskwaliteit van de cliënt. Het is een iteratief proces van observatie, analyse, interventie en evaluatie, dat continu wordt aangepast aan de behoeften van de cliënt.

Labels: #Cognitieve #Gedragstherapie

Gerelateerde artikelen:

bottom of page