top of page

Autisme volgens de DSM-5: Criteria en Diagnose

Autisme Spectrum Stoornis (ASS), zoals gedefinieerd in de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th edition), is een complexe ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door blijvende tekorten in de sociale communicatie en sociale interactie, en door beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten. Deze tekorten manifesteren zich op verschillende manieren en in verschillende gradaties, wat verklaart waarom autisme eenspectrumstoornis wordt genoemd. Er is geen "één maat past allen"-aanpak, en individuen met ASS vertonen een grote variatie in symptomen en ernst.

Van Specifieke Voorbeelden naar Algemene Kenmerken

Laten we beginnen met enkele concrete voorbeelden, om vervolgens naar de algemene kenmerken van ASS volgens de DSM-5 te gaan:

Voorbeelden van Tekorten in Sociale Communicatie en Interactie:

  • Moeilijkheden met oogcontact: Een kind met ASS vermijdt misschien oogcontact, of staart juist intens. Dit kan misverstaan worden als onbeleefdheid of desinteresse, terwijl het een gevolg kan zijn van sensorische overprikkeling of een gebrek aan begrip van sociale signalen.
  • Beperkte non-verbale communicatie: Gebaren, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal worden mogelijk niet op de juiste manier geïnterpreteerd of gebruikt. Een kind kan bijvoorbeeld moeite hebben om de toon van iemands stem te begrijpen, of de betekenis van gezichtsuitdrukkingen te decoderen.
  • Moeilijkheden met het ontwikkelen en onderhouden van relaties: Het aangaan en behouden van vriendschappen kan uitdagend zijn. Een individu met ASS kan moeite hebben met het begrijpen van sociale regels en verwachtingen, wat kan leiden tot sociale isolatie.
  • Gebrek aan wederkerigheid in sociale interacties: Gesprekken kunnen eenzijdig zijn, met weinig of geen wederzijdse interactie. Het individu focust mogelijk op zijn eigen interesses, zonder rekening te houden met de interesses of gevoelens van de ander.

Voorbeelden van Beperkte, Repetitieve Gedragspatronen, Interesses of Activiteiten:

  • Stereotypieën: Herhaaldelijke bewegingen, zoals handklappen, wiegen of vingerknippen.
  • Rigide routines en rituelen: Een sterke behoefte aan voorspelbaarheid en routine. Veranderingen in de dagelijkse planning kunnen leiden tot angst of verzet.
  • Beperkte, gefixeerde interesses: Een intense focus op specifieke onderwerpen, vaak tot in detail. Deze interesses kunnen veranderen, maar worden vaak met grote passie nagestreefd.
  • Over- of ondergevoeligheid voor sensorische prikkels: Sommige individuen met ASS zijn overgevoelig voor geluid, licht, aanraking of geur, terwijl anderen juist ondergevoelig zijn voor deze prikkels.

De DSM-5 Criteria in Detail

De DSM-5 beschrijft ASS door middel van twee hoofdcriteria:

Criteria A: Persisterende tekorten in de sociale communicatie en sociale interactie

Dit criterium omvat problemen in meerdere contexten, zoals thuis, op school en in sociale settings. De tekorten moeten zich manifesteren in alle drie de volgende domeinen:

  1. Sociale-emotionele wederkerigheid: Moeilijkheden met het initiëren of reageren op sociale interacties, beperkt delen van emoties, interesses of gevoelens, gebrek aan wederkerigheid in gesprekken en interacties.
  2. Non-verbale communicatieve gedragingen die gebruikt worden voor sociale interactie: Moeilijkheden met het gebruik of begrip van non-verbale communicatie, zoals oogcontact, lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en gebaargebruik.
  3. Ontwikkeling, instandhouding en begrip van relaties: Moeilijkheden met het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties, zoals het aanpassen van gedrag aan verschillende sociale contexten, het delen van fantasieën of interesses, het ontwikkelen van vriendschappen en het begrijpen van sociale hiërarchieën.

Criteria B: Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten

Dit criterium omvat ten minste twee van de volgende kenmerken:

  1. Stereotypieën of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak: Bijvoorbeeld handklappen, vingerknippen, wiegen, herhalen van woorden of zinnen.
  2. Persistente preoccupatie met delen van de omgeving, niet-functionele routines of rigide gedragspatronen: Extreme vastberadenheid aan routines, sterke weerstand tegen veranderingen, preoccupatie met specifieke voorwerpen of rituelen.
  3. Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn: Een intense focus op specifieke onderwerpen, met vaak een buitengewoon diepgaande kennis.
  4. Hyper- of hyporeactiviteit op sensorische input of ongewone interesse in sensorische aspecten van de omgeving: Overgevoeligheid of ongevoeligheid voor licht, geluid, aanraking, geur of smaak, een ongebruikelijke focus op sensorische prikkels.

Verschillende niveaus van ernst

De DSM-5 onderscheidt geen verschillende subtypes van autisme meer, maar wel verschillende niveaus van ernst, gebaseerd op de mate van ondersteuning die een individu nodig heeft. Deze niveaus zijn gebaseerd op de ernst van de sociale communicatie en sociale interactietekorten, en de ernst van de repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten.

Niveau 1: Vereist ondersteuning De symptomen veroorzaken merkbare beperkingen, en de persoon heeft aanzienlijke ondersteuning nodig.

Niveau 2: Vereist substantiële ondersteuning De symptomen veroorzaken aanzienlijke beperkingen, en de persoon heeft substantiële ondersteuning nodig.

Niveau 3: Vereist zeer substantiële ondersteuning De symptomen veroorzaken zeer ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren, en de persoon heeft zeer substantiële ondersteuning nodig.

Comorbiditeit

Het is belangrijk te vermelden dat ASS vaak samengaat met andere aandoeningen, zoals ADHD (aandachtstekort hyperactiviteit stoornis), angststoornissen, depressie, slaapstoornissen en epilepsie. Deze comorbiditeit kan de diagnose en behandeling complexer maken.

Conclusie

De DSM-5 biedt een uitgebreide definitie van ASS, die rekening houdt met de diversiteit aan presentaties en ernst. Het is een spectrumstoornis, wat betekent dat individuen met ASS een grote variatie vertonen in symptomen en ondersteuningsbehoeften. Een nauwkeurige diagnose vereist een grondige beoordeling door een gekwalificeerde professional, waarbij rekening wordt gehouden met zowel de diagnostische criteria als de individuele behoeften en sterktes van het individu. Begrijpen van de DSM-5 criteria is een essentiële eerste stap in het begrijpen van autisme en het bieden van passende ondersteuning.

Deze uitleg is bedoeld als algemene informatie en vervangt geen professioneel medisch advies. Raadpleeg altijd een arts of specialist voor een diagnose en behandelplan.

Labels: #Autism

Gerelateerde artikelen:

bottom of page