top of page

Aandachtstekort zonder hyperactiviteit: Inzicht in ADD

Inleiding: De onzichtbare uitdaging

ADHD‚ ofwel Attention Deficit Hyperactivity Disorder‚ wordt vaak geassocieerd met onrust en hyperactiviteit. Echter‚ een aanzienlijk deel van de mensen met ADHD vertoont deze kenmerken nauwelijks of helemaal niet. Ze worstelen met een andere‚ vaak over het hoofd geziene variant: ADHD zonder hyperactiviteit‚ ook wel bekend als de inattentieve subtype van ADHD. Deze vorm is vaak moeilijker te diagnosticeren‚ omdat de symptomen subtieler zijn en minder opvallend dan de klassieke hyperactieve presentatie. Deze tekst zal dieper ingaan op de specifieke symptomen‚ de diagnostische processen en de beschikbare behandelmethoden voor ADHD zonder hyperactiviteit.

Van specifiek naar algemeen: De symptomen in detail

Kindertijd: De eerste signalen

Bij kinderen met ADHD zonder hyperactiviteit manifesteren de symptomen zich vaak op een andere manier dan bij kinderen met de gecombineerde presentatie. Denk aan:

  • Moeite met aandacht vasthouden tijdens lessen of spelletjes‚ snel afgeleid zijn.
  • Slordigheid in schoolwerk‚ vaak vergeten van spullen.
  • Moeite met het organiseren van taken en activiteiten.
  • Vermijden van taken die mentale inspanning vereisen.
  • Frequent verliezen van spullen.
  • Moeite met luisteren wanneer iemand direct tot hen spreekt.
  • Moeilijkheden met het volgen van instructies.
  • Moeite met het voltooien van taken.

Belangrijk is dat deze symptomen niet alleen voorkomen bij kinderen met ADHD. Het is decombinatie en deernst van de symptomen die een indicatie kan geven van een mogelijke diagnose. Een kind kan bijvoorbeeld wel afgeleid zijn‚ maar dit hoeft niet per se te wijzen op ADHD.

Volwassenheid: Subtiele uitdagingen

Bij volwassenen met ADHD zonder hyperactiviteit zijn de symptomen vaak minder opvallend en kunnen ze leiden tot:

  • Moeite met het beheren van tijd en prioriteiten.
  • Problemen met concentratie tijdens het lezen of werken.
  • Vergeetachtigheid en desorganisatie.
  • Moeite met het voltooien van projecten.
  • Procrastinatie en uitstelgedrag.
  • Moeite met het volgen van gesprekken.
  • Lage frustratietolerantie.
  • Moeite met het maken van beslissingen.

Deze symptomen kunnen leiden tot aanzienlijke problemen op het werk‚ in relaties en in het dagelijks leven. De subtiliteit van de symptomen maakt het voor volwassenen vaak lastig om de oorzaak van hun struggles te identificeren. Vaak worden deze problemen toegeschreven aan persoonlijke tekortkomingen of gebrek aan discipline‚ terwijl het in werkelijkheid een neurologische aandoening betreft.

Diagnose: Een multidisciplinaire benadering

De diagnose ADHD zonder hyperactiviteit vereist een grondig onderzoek‚ waarbij verschillende aspecten in kaart worden gebracht. Dit omvat:

  • Een uitgebreid gesprek: De psychiater of psycholoog zal uitgebreid praten met de patiënt (en indien van toepassing‚ ouders/verzorgers) over de symptomen‚ de ernst en de impact ervan op het dagelijks leven.
  • Psychologische tests: Er worden verschillende tests afgenomen om de cognitieve functies‚ zoals aandacht‚ concentratie en werkgeheugen‚ te beoordelen. Ook persoonlijkheidstests kunnen onderdeel zijn van het onderzoek.
  • Observatie: In sommige gevallen kan observatie in een natuurlijke omgeving (bijvoorbeeld op school of op het werk) nuttig zijn om een beter beeld te krijgen van de symptomen.
  • Uitsluiten van andere aandoeningen: Het is belangrijk om andere aandoeningen uit te sluiten die vergelijkbare symptomen kunnen veroorzaken‚ zoals angststoornissen‚ depressie‚ of leerstoornissen.

De diagnose wordt gesteld op basis van een combinatie van informatie uit deze verschillende bronnen. Er bestaat geen enkele test die ADHD kan diagnosticeren. De diagnose is een klinische diagnose‚ gebaseerd op een integratie van verschillende observaties en testresultaten.

Behandeling: Een gepersonaliseerde aanpak

De behandeling van ADHD zonder hyperactiviteit is vaak multimodaal en wordt afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt. Mogelijke behandelingen zijn:

  • Medicatie: Stimulerende medicatie (methylfenidaat‚ amfetamine) kan helpen bij het verbeteren van de aandacht en concentratie. Niet-stimulerende medicatie (atomoxetine) is een alternatief voor mensen die geen stimulerende medicatie verdragen. De keuze voor medicatie en het type medicatie wordt in nauw overleg met een arts bepaald.
  • Psychotherapie: Cognitieve gedragstherapie (CGT) kan helpen bij het aanleren van strategieën om beter met de symptomen om te gaan‚ zoals timemanagement‚ organisatievaardigheden en het verbeteren van de impulscontrole.
  • Psycho-educatie: Het leren begrijpen van ADHD en de gevolgen ervan is essentieel voor zowel de patiënt als diens omgeving. Psycho-educatie kan helpen bij het accepteren van de diagnose en bij het vinden van manieren om de uitdagingen te overwinnen.
  • Ondersteunende maatregelen: Aanpassingen op school of op het werk kunnen nodig zijn om de patiënt te helpen succesvol te zijn. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit extra tijd voor toetsen‚ aangepaste lesmethoden of een aangepaste werkplek.

De combinatie van medicatie en psychotherapie blijkt vaak de meest effectieve behandelmethode te zijn. Het is belangrijk om te benadrukken dat de behandeling een continu proces is‚ waarbij regelmatig evaluatie en aanpassing van de behandeling nodig kunnen zijn.

Conclusie: Leven met ADHD zonder hyperactiviteit

ADHD zonder hyperactiviteit is een complexe aandoening die een aanzienlijke impact kan hebben op het dagelijks leven. Het is echter belangrijk te onthouden dat er effectieve behandelmethoden beschikbaar zijn. Door middel van een juiste diagnose en een gepersonaliseerde behandelstrategie kan de kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren. Het is van cruciaal belang dat mensen met vermoedens van ADHD zonder hyperactiviteit professionele hulp zoeken‚ zodat zij de juiste diagnose en behandeling kunnen krijgen en hun volledige potentieel kunnen benutten.

De informatie in dit artikel is bedoeld voor algemene kennis en mag niet worden gezien als medisch advies. Raadpleeg altijd een arts of andere gekwalificeerde zorgverlener voor diagnose en behandeling.

Labels:

Gerelateerde artikelen:

bottom of page